TheProjectGutenbergEBookofDonQuichotvanLaMancha,by
MiguelCervantesdeSaavedra
ThiseBookisfortheuseofanyoneanywhereatnocostandwith
almostnorestrictionswhatsoever.Youmaycopyit,giveitawayor
re-useitunderthetermsoftheProjectGutenbergLicenseincluded
withthiseBookoronlineatwww.gutenberg.net
Title:DonQuichotvanLaMancha
Author:MiguelCervantesdeSaavedra
Editor:J.J.A.Goeverneur
ReleaseDate:April1,2009[EBook#28469]
Language:Dutch
***STARTOFTHISPROJECTGUTENBERGEBOOKDONQUICHOTVANLAMANCHA***
ProducedbytheOnlineDistributedProofreadingTeamat
DonQuichot
DonQuichotenzijnschildknaapSanchoPanza.
DonQuichotenzijnschildknaapSanchoPanza.
DonQuichotvanLaMancha
Naar
MiguelCervantesdeSaavedra
Opnieuwbewerkt
DoorJ.J.A.Goeverneur
Met8gekleurdeplaten
Tweededruk
Amsterdam
Tj.vanHolkema
BoekdrukkerijvanP.W.M.Trap,Leiden.
HoofdstukI.
JonkerDonQuichot.
Nogzooheel,heellangnietgeledenwoondeineendorpvanLaMancha,een
edelman,gelijkmendiehedentendageinSpanjenogbijdevleetvindenkan.
Zijneinkomstenwarenslechtsmatig,enhijhaddaarvanalthansdrievierdentot
zijndagelijkschschraalonderhoudnoodig.Voorhetlaatstevierdeschafteonze
edelmanzichzijnekleedingaan,dieelkjaarineennieuwenlakenschenrok,een
fluweelenbroekenleerenpantoffelsbestond.Zijneverderehuisgenootenwaren
zijnenicht,eenjongknapmeisjevanachttienjaren,eeneoudehuishoudsteren
eindelijkeenjongeknaap,diehetpaardvoeren,waterhalen,houtkloovenen
verderhuiselijkwerkverrichtenmoest.
Opdentijd,datonzegeschiedenisbegint,hadonzeedelman,wiensnaamDon
(DonisinSpanjeons:Heer)Quichotwas,zijnvijftigstejaarbijnabereikt.
Evenwelwashijnogkloek,krachtigenlang,ofschoonontzettendschraalen
magervangestalte,meteensmal,ingevallengezicht,eneenbijzondergroot
vriendvandejacht.Zijneallergrootsteliefhebberijwasechter,zichinhetlezen
vanriddergeschiedenissenteverdiepen,waardoorhijnietalleenvaaketen,
drinkenenslapenvergat,maarookhetbeheervanzijnvermogenverwaarloosde
enzichgedwongenzag,heteenestukgoedlandnahetanderteverkoopen,
alleenomtotaanschaffenvanzulkeavontuurlijkeenzeldzameboekenhet
benoodigdegeldinhandentekrijgen.Opdezewijzebrachthijdaarmettertijd
danookeengrootaantalvanbijeen,in’tlezenwaarvanhijzichvandenvroegen
morgentotdenlatenavondzoozeerverdiepte,datzijnhoofdervanopholraakte
enhijerzoetjesaanstapelgekdoorwerd.Zijnearmehersenswarenvolvan
tornooienengevechten,vanlansenenzwaarden,vanbetooveringenen
minneliederen,vanuitdagingenenwonden,vanreuzenendraken;en’tongeluk
daarbijwas,dathijaldienonzinvoorwezenlijkeenwaarachtigewaarheidhield
enernietmindergeloofaanschonk,danaandebestewereldgeschiedenis,die
hemtoevalliginhandenkwam.
Devreemdeverwarringzijnerbegrippenbrachthemtothetnogvreemder
voornemen,omtotvermeerderingvanzijnroementotheilderwereldeen
dolendridderteworden,inridderlijkewapenrustinghetlanddoortetrekkenen
evenzoogrooteheldendadenteverrichten,alswaarvanhijindeouderomans
gelezenhad.Zijneverbeeldingspiegeldehemmetlevendigekleurende
ongehoordeavonturenengevarenvoordeoogen,doorwelkerheldhaftigbestaan
hijzicheenonvergankelijkenroemverzekerenmoest.Doordekrachtvanzijn
armzaghijzichzelfreedstotmachtigkeizergekroond,enhijmeende,dathet
hemalthanszekergelukkenmoesteenkoningskroonteveroveren,gelijkal
verschillendedolendeheldendatindenoudentijdhaddengedaan.Hijgafzich
meerenmeeraandezestreelendegedachtenoverenachttenueindelijkdentijd
gekomen,omzijndolzinnigbesluittenuitvoertebrengen.
Zijneerstewerkwas,dathijaanhetopknappenenschoonmakenvaneene
overoude,dooreenzijnervoorzatengedragenwapenrustingging,welkehijuit
eendonkerenhoekvanderommelkamerhadopgeschommeld.In’tzweetzijns
aanschijnswreefhijermeteenwollenlapenpuimsteenderoestvlekkenaf,en
hijwasinnigvoldaan,alshijnaurenpoetsenweereendeelvanhetharnasgoed
gladenblankhadgekregen.Eersttoenhijhiermeeeindelijkklaarwas,bemerkte
hijtotzijnnietgeringeschrik,datnogeenzeerbelangrijkstukaanzijne
uitrustingontbrak:dehelmnamelijk.
Dezeongelukkigeomstandigheidbrachthemindegrootsteverlegenheidengaf
hemveelkommerenzorg.Indehoopvandenontbrekendenhelmoptesporen,
haaldehijinderommelkamerallesonderstboven,dochvondnietsdaneenoude
stormkap,diebijdeoverigewapenstukkenvolstrektnietpasteenvroeger
denkelijkaandeneenofanderengeringenvoetknechthadtoebehoord.
Desnietteminwashijmetdievondstnietweinigingenomenenwistzijne
scherpzinnigheidzeerspoedigmiddelentevinden,omdestormkapineen
behoorlijken,schoonalnietprachtigenhelmteherscheppen.Hijnam
bordpapier,waarvanhijmetveelmoeiteengetobdebenedenhelftvandenhelm
knutselde,hechttedieaandestormkap,verfdeallesstaalkleurigenkreegzoo
eending,datwelnagenoeghetfatsoenvaneenridderlijkhoofddekselhad.
Nudiendenogdeproeftewordengenomen,ofzijnmeesterstukooksterk
genoegwas,omdenhouwvaneenvijandtekunnenweerstaan.Omdaarzeker
vantezijn,zettehijdenhelmoptafel,trokzijnzwaardendeeddatmetalde
krachtvanzijnarmdaaropneervallen.Terstondlaghetheeledinginstukken,en
onzeheldmoestmetschrikzien,hoedearbeidvanverscheidenedagen,diehem
zoomenigenzweetdroppelgekosthad,ineenommezientijdswastenietgegaan.
Diepbedroefdzaghijdeverwoestingaan.Hijhadmoeite,omzijnetraneninte
houdenenzettezichstilineenhoekneer,omdoordiepnadenkeneenmiddeluit
tevindenomdeschadeteherstelleneninweerwilvanallehindernissentochin
hetbezitvaneenbehoorlijkenhelmtekomen.
Nalanghoofdbrekenkwamhijtothetbesluit,omhetbordpapiervanbinnenvan
ijzerenstaafjestevoorzien,gingterstondaanhetwerkenkwamookeindelijktot
zijngenoegenklaar.“Nuishijsterkgenoeg!”dachthij,maarhadtochdenmoed
niet,zijnmaakselnogmaalsaanzulkeenegevaarlijkeproefteonderwerpen,
zoodathijzichvergenoegdemetzonderomstandighedenzijnhelmvoorden
bestenenvolmaakstenhelmteverklaren,dieooithethoofdeensdapperen
riddershadgedekt.
Toenditnuberedderdwas,besteeddehijdrieofvierdagen,omeengepastenen
welluidendennaamvoorzijnstrijdrostebedenken.Hetarmebeesthadwelmeer
gebreken,daneenguldencenteneneenpondwichtjesheeft,aanzijnlijf,maar
DonQuichotwastochvanoordeel,datdehengst,daardievoortaaneenedelen
enberoemdenridderzoudragen,ookvolstrekteennaammoesthebben,diemet
zijnenieuweroepingenwaardigheidstrookte.Hijkoosenkoosweer,snuffelde
alzijneridder-enheldengeschiedenissendoorenkwamnaveelwikkenen
wegentothetbesluit,omaanzijnknoldenliefelijkenenwelluidendennaamvan
R o c i n a n t e tegeven.
Nahetafdoenvandezehoogstgelukkigeaangelegenheidvielhemin,datookhij
zelfaanzijnoudeneerlijkennaameendeftigenstaartmoesthechten,enbesloot
hijdus,in’tvervolgalsmanhaftigendapperridderonderdennaamvanD o n
Q u i c h o t v a n L a M a n c h aoptetreden.
Nueindelijkzoodehoofdzwarighedenoverwonnenwaren,nuzijne
wapenrustingblankgepoetst,Rocinantegedooptenhijzelfvaneendeftigen
naamvoorzienwas,nuhaperdeeralleennogmaaraan,dathij,gelijkalle
dolenderiddersvóórhem,naareeneschoonedamerondzag,totwiereeren
verheerlijkingdeteverrichtengrootedadenmoestenbedrevenworden.
“Eendolendridder,”sprakhijbijzichzelf,“iseenondingzonderridderlijke
liefde.Hijiseenboomzonderbladenbloesem,eenlichaamzonderzielen
geest.Hoetoch,alsiknuopmijnetochteneenreusontmoetenhemdoorde
krachtvanmijnarmenvanmijnedapperheidinhetstofneerwerpofhemvan
denkoptotdeteenenintweeënhak,moetikhemdannietnaariemandheen
zenden,omdenroemmijnerdapperheidteverkondenendoorheeldewereldte
verbreiden?Entotwienkanikhembeterzenden,dantotdeuitverkorenedame
vanmijnhart,gelijkinalletijdeniederavontuurlijkridderereenebezetenheeft?
Ikmoetenwileeneaangebedenevanmijnhartenvanmijnegedachtenvinden!”
Eenstotditbesluitgekomen,vondhijdeuitvoeringervanzooheelmoeielijk
niet.
Indenabijheidzijnerwoning,ineenkleingehucht,Tobosogenaamd,woonde
eeneflinke,stevige,gezondeboerenmeid.DonQuichothadhaarinvroegertijd
welmenigmaalgezien,enzijscheenhemrechtgeschikttoe,omtotdekoningin
vanzijnharttewordenuitverkoren.ZijheetteeigenlijkAldonzaLorenzo,maar
daardienaamhemnietmooiendeftiggenoegklonk,zoonoemdehijhaar
D u l c i n e a v a n T o b o s o,daarhijditvooreenrechthoogdravenden,
welluidendenengeheimzinnigennaamhield,dieeerderaaneeneprinsesen
hoogedame,danaaneenegewoneboerendeernedeeddenken.Endatimmers
wasdehoofdzaakvooronzenheld.
HoofdstukII.
HoeDonQuichotzijneerstentochtonderneemt.
AlletoebereidselenwarengemaaktenDonQuichotwildedusdevolvoeringvan
zijnkoenengrootschopzetnietlangeruitstellen.
OpeenwarmenJulimorgenlegdehijdus,zondereenstervelingietsvanzijn
voornemenmedetedeelen,zijnewapenrustingaan,zettedenkunstig
gefatsoeneerdenhelmophethoofd,stakhetschildaanzijnarm,greepzijnelans,
besteegRocinanteenreeddoorhetachterdeurtjevanzijnhoenderhofdewijde
wereldin.Zielsvergenoegd,datdeeerstestapopzijneloopbaanalsheldhem
zoouitstekendgeluktwas,zathijopzijnstrijdros,aanwelksuitstekende
heupschonkenhijgevoeglijkaldestukkenzijnerrustingalsaaneenpaarstevige
kapstokkenhadkunnenophangen.Zijnevoldoeningwasevenwelnietvan
langenduur;wantopeensschoothemtotzijngeweldigenschriktebinnen,dat
hijnognietwerkelijktotriddergeslagenwasenzichdusooknietmeteen
ridder,diehemindenwegkwam,ineenkampmochtinlaten.Dezegedachte
vielhemzoodrukkendzwaarophethart,dathijbijnazijnplanopgegevenen
weernaarhuisteruggekeerdwas.ReedswildehijRocinantedenkopdoen
omwenden,toenhemnogtijdiginviel,dathijzichimmersdoordeneerstenden
besten,diehembejegende,denridderslagkonlatengeven.Dezegedachte
vervuldehemmetnieuwenmoedenbewooghem,zijngelukkigbegonnentocht
getroostvoorttezetten.
ToendeavondbegontevallenenDonQuichotzoowelalszijnknolvan
vermoeidheidenhongeruitgeputwaren,keekonzeheldnaarallekantenrond,of
hijnietergenseentrotsopstekendenridderburchtofeengastvrijslotkon
ontdekken,waarhijgelegenheidvond,omzijnebehoeftentebevredigenen
nachtrusttehouden.Totzijneblijdschapzaghijnietvervanzijnwegeene
herbergstaan,waarophijaanreedendiehij,voordathetnogtenvolledonker
was,bereikte.Toevalligstondenvoordedeurtweeganzenmeiden,dievroolijk
metelkaarpraattenenwierhelderestemmenhemreedsvanverreindeooren
klonken.
DaarnuechtervriendDonQuichotalles,wathemvoorkwam,metdeoogenvan
zijnverwardengeestzagenzichzoodoendedewonderlijkstedingeninbeeldde,
zoohieldhijookdeherberghiernietmaarvooreengewonekroeg,maarmeende
inhaareenechtenenwezenlijkenridderburchtmettorensengrachten,met
wallenenophaalbruggenvoorzichtehebben.Toenhijernogweinigpassenvan
verwijderdwas,brachthijzijnpaardtotstaanengeloofdenietsanders,ofdaar
zounueendwergopdentorentransverschijnenendoorschetterend
hoorngeschalverkondigen,dateenridderdoordeburchtpoortverlangde
toegelatenteworden.Tevergeefswachttehijeenepoos,enRocinante,dieniet
weinignaardenstal,naarvoederenrustverlangde,nameindelijkdeteugels
tusschendetandenenstaptebedaardopdedeurvandeherbergtoe,zonderdat
DonQuichotinstaatwas,hetkoppigdiertegentehouden.Voordehuisdeur
bleefhijstaan,enDonQuichotkreegnudebeidemorsigeganzenmeideninhet
oog,welkezijnedolleverbeeldingechterdadelijkinedeleenhoogstbevallige
jonkvrouwenherschiep,diezichvoordeburchtpoorteenweinigindekoele
avondluchtvermeidden.
Terwijlhijhaarnogvoleerbiedaanzag,wildehettoeval,datdevarkenshoeder
metzijnekuddevaneenstoppellandnaarhuiskwamenbijhetbereikenvanhet
dorpuitzijnhoreneenigeluide,krachtigetonenlokte.NugeloofdeDonQuichot
watzijneverbeeldinghemhadvoorgespiegeldtenvollebewaarheidtezien;
wanthijhielddenzwijnenhoedervoordenontbrekendendwergensprong
vroolijkvanhetpaard,omdebeideschooneadellijkejonkvrouwen,datwil
zeggendeganzenhoedsters,meteerbiedigebuigingtebegroeten.Demeiden
echter,toenzijzooonverwachtseengeharnastenriddervoorzichzagen,gilden
engierdenhetuitenvluchttenvolschrikdeherbergin.DonQuichot,diezichdit
vreemdgedragnietverklarenkon,sneldehaarna,riephaarterug,lichttehet
viziervanzijnhelmop,ontdektezijnmager,bestovengezichtenzeidemet
lispelendestemenondereenediepebuiging:“Mijneedeleenhooggeboren
jonkvrouwen,vluchttochnietzoovooreenridder,vanwiengijnooitinder
eeuwigheideenigeoneerbiedigebehandelingteduchtenhebt,maardieveeleer
bereidis,utenallentijdenaarzijnbestevermogentedienenenbijtestaan.”
Opeenehaarzoovreemdeenongehoordewijzeaangesproken,barsttendebeide
deernenineenluid,schaterendlachenuitenmaaktenzulkeenlevenenmisbaar,
datDonQuichotin’teindernstigboosbegonteworden.Evenwelbedwonghij
zijnedriftensprak:
“Mijnegeëerdedames,zonderredenzootelachenverraadtonverstand.Gelieft
ditechternietalseenebeleedigingtebeschouwen;wantikherhaalumetden
diepsteneerbied,datikbloedenlevenaanuwdienstwenschtoetewijden.”
Dedolletaalvandengekkenridderdeeddemeiden,inplaatsvanhaartot
bedarentebrengen,nogmaarhardertelachen,enDonQuichotsergernisklom
reedstoteenbedenkelijkengraad,toennogjuistvanpasdedikkeherbergier
voordedeurverscheenenalseenvreedzaammanvredezochttestichten.
Niettegenstaandezijnegoedebedoelingwashijechterbijnazelfindenlach
geschoten,toenhijdewonderbaarlijkkluchtigefiguurvanonzenridderwat
naderhadopgenomen;alleenhetgezichtvandedreigendelansinDonQuichots
vuistmaakte,dathijzichmetgeweldgoedhield.Hijtradmeteenebeleefde
buigingopdenheldtoeenzeideuitermatevriendelijk:
“Heerridder,ingevalgijmisschiennachtkwartierzoekt,zultgijinmijnhuisop
dekostelijkstemanierbediendworden.”
DonQuichotnamdendikkenwaardvanhethoofdtotdevoetenopenmeende
uitzijnewoordentemogenopmaken,datdezedebewaardervanden
ingebeeldenburchtwas.Zooantwoorddehijdan,dathijzelfmetalleszou
tevredenzijn,mitsmenmaarzorgwildedragenvoorzijnros,welksweergain
krachtenschoonheidmenindegeheelewereldtevergeefszouzoeken.
DewaardkeekdenmagerenRocinanteaanenschuddeglimlachendzijndik
hoofd.Evenwelgreephijhetdiergewilligbijdenteugel,leiddehetindenstal
enkeerdevervolgenstotzijngastterug,omtevernemen,watdieverderzoute
gelastenhebben.
Indegelagkamertredend,vondhijdaarDonQuichotonderdehandenderbeide
ganzenmeiden,dienaeeneroerendeverzoeningthansdrukbezigwaren,den
dolendenriddervanzijnezwarewapenstukkenteontlasten.Borst-enrugharnas
haddenzijhemreedslosgegespt;maarmetdenhelmkondenzijonmogelijk
klaarkomen,daardiemeteenigegroenekoordenstijfaanhetpantservastzat.
Diekoordenwarendusdanigindewargeraakt,datmenzezoumoeten
doorknippen,omdenheldvandenzwarenlastvandenhelmtebevrijden.Dit
echterwildeDonQuichotvolstrektniettoelaten,endaaromhieldhijdenhelm
lieverdenganschennachtophethoofd;watwelzeerkrijgshaftigstond,maar
ookzekereenweiniglastigenvermoeiendmoestwezen.
Onderwijlvroegdewaard,dietelkensmoeitehad,hetnietuitteproesten,watde
edeleridderweltotavondmaaltijdverlangde,endeeddaarbijeenhoogwoord
vanzijnvisch,diewatsmakelijkheidbetreft,ingeheelSpanjehaarweerganiet
moesthebben.DonQuichotdachtnunatuurlijkaanverschevisch,aanbaarsen
forellen;maardewaardhadstokvischbedoeldenkwammeteengrootstuk
daarvanaansleepen.Ditwasslechtgekooktenellendigtoebereid;maarnog
ellendigerwashetzwarteenbeschimmeldebrood,datdaarbijdenarmen
dolendenridderwerdvoorgezet.
Daarhijeenhongeralseenpaardhad,stoordeonzeheldzichdaarnochtans
weinigaan.Hijvielterstondgretigopdespijzenaan;dochtoenhijdeneersten
hapaanzijnmondwildebrengen,kwamhijtotzijnschriktotdeontdekking,dat
hijomzijnhelmgeenbeetoverdelippenzoukunnenkrijgen.Deondeugende
meidenstondeneerstteschuddenvanlachenoverzijneverlegenheid,maar
warentoentochgoedhartiggenoegomhemtothetgewichtigwerkderspijziging
haargullenbijstandteverleenen.Deeenehielddaartoehetviziervanzijnhelm
indehoogte,terwijldeanderehemvischenbroodbrokvoorbrokindenmond
stopte.
Dehongervandenedelenheldwerdopdiewijzedanookgestild.Maarhoezou
hijnudendorstlesschen,diedoordensterkgezoutenvischinnietgeringemate
wastoegenomen?—Dedikkewaardwistraaddaarvoor.Hijstakhemdedunne
pijpvaneentrechterindenmondengootdaarvanbovendenwijnin,dieopdie
manierheelverkwikkelijkindesarmenlijdersdrogekeelneerstroomde.Datde
helftvandenwijndenmondvoorbijenhemdebroekspijpenweeruitliep,
oordeeldedeheldvanzoogrootbelangniettegenoverdezoetevoldoening,dat
hijdaardoordegroenekoordenvanzijnhelmhadgered.
Terwijlhijnogaandepijpzoog,kwamtoevalligeenezeldrijverdeherberg
voorbijenbegononderdevensterseendeuntjeopzijnedwarsfluitteblazen.
DezetoevalligeomstandigheidversterkteDonQuichottenvolleinzijne
inbeelding,dathijzichineenberoemdridderlijkkasteelophield,dathijdoor
edeledameswerdbediend,datdestokvischforellenen’tbeschimmeldebrood
pasteitjeswaren,endateindelijkdedikkewaarddeslotvoogdwas.Doordie
zekerheidenmisschienzoowathalfdoordenhemingepomptenwijngeraakte
hijdanookzoetjesaanineenevrijjoligestemmingenbleefdegedachte,dathij
nogniettotridderwasgeslagen,bijna’teenige,dathemkwelde.
HoofdstukIII.
Deridderslag.
Toendewonderbaarlijkemaaltijdopdiewijzewasafgeloopen,wenkteDon
Quichotdenwaardterzijde,brachthemindenstal,slootzichdaarmethemop,
vielvoorhemopdeknieënnederenhiefsmeekenddehandentothemop.
“O,gijdapperstevanalleriddersenslotvoogden,”sprakhijtothem,“hierwilik
knielenenikzalnietweeropstaan,voordatgijmijmetbovenmenschelijke
goedheidengenadeéénwenschvervuldhebt,waarvandeverhooringutot
eeuwigenroemendeganschewereldtotheilenzegenzalstrekken.”
Dedikkeherbergierzagdenknielendenheldmetverbaasdeoogenaanenwas
nietweinigverlegen.Hijwistniet,hoehijzichinditgevalgedragenmoest,en
verzochtDonQuichotmetallebeleefdheid,dathijtochmaaropstaanenzijne
wenschenopverstandigemanieraandendagleggenmocht.DonQuichot
verroerdezichechternietvandesteeenrustteniet,voordatdewaardbeloofd
hadtedoen,wathijvanhembegeerenzou.
“Ikdankuvooruwegrootmoedigheid,”sprakhijhierop“enzalunumijn
verlangenopenbaren.Datbestaathierin,datgijmijmorgenvroegtotridder
slaanenmijvergunnenwilt,dezennachtindekapelvanuwkasteelmijne
wapenwaketehouden.Hebtgijdatgedaan,danwilikdewijdewereldintrekken
enwilvechtenenstrijden,totdatderoemmijnerdadendeaardemetverbazing
enbewonderingvervult;wantditisdeplichtderdolenderidderschap,totwelke
ikvandendagvanmorgenafhooptebehooren.”
Dedikkeherbergierwaseenguitvaneenkerel,ennuhijdenedelenridderdaar
zoohoordedoordraven,begreephijterstond,dathetbijdezeninde
bovenverdiepingnietrechtpluismoestwezen.Dusnamhijzichdanookvoor
eensterdegepretmethemtehebben,enantwoorddemeteendeftig,uitgestreken
gezicht,dathijzeergaarnebereidwas,denwenschvaneenzoodapper,
volmaaktenroemruchtigriddertevervullen.Hijversterkteheminhetgeloof,
dathijzichwerkelijkineengrootenprachtigslotbevond,enbetreurdealleen
voor’toogenblikgeenkapeltotzijnebeschikkingtehebben,daardeoudekort
geledenwasafgebroken,omweernieuwtewordenopgebouwd.
“Maartoch,waardigeheld,”voegdehijerbij,“kuntgijhiergetroostuwe
wapenwakehouden,daarintijdvannoodiedereplaatstotdatdoelgoeden
passendis.Doehetdezennachtineenbinnenhofvanhetslot,enmorgenwilik
alsdandenoodigetoebereidselenmakenenalleszooinrichten,datgijtoteen
zoovolmaaktridderwordtgeslagen,alsermaareenoptweebeenenloopt.”
NadezetroostrijketoezeggingvroeghijDonQuichot,ofhijookgeldbijzich
had.Totzijneverwonderingantwoorddederidderontkennendenvoegdeerbij,
nognooitgelezentehebben,dateenbraafdolendriddermetandernietigmetaal,
danzijngoedharnas,wasbezwaardgeweest.
“Ei,danmoetendeschrijversvanuweheldengeschiedenissen’tnietrechtgoed
gewetenhebben,”antwoorddedeguitigeherbergiermetgemaaktedeftigheid.
“Ikvoormijhebaltijdgehoord,datalleavontuurzoekenderiddersophunne
tochtenwelwezenlijkgoedgespektebeurzen,schoonehemdenenbuitendien
eendoosjemetwonderbalsemmeenamen,omdein’tgevechtbekomenwonden
enkwetsurenteheelen,endatzijdiedingen,alszegeenschildknaapbijzich
hadden,ineendaartoeaandenzadelaangebrachtenknapzakbewaarden.Neem
dusgoedenraadvanmijaan,hoogedeleDonQuichot:rijd,alsgevanmijden
ridderslaghebtontvangen,naarhuis,zorgvoorgeldenanderenoodwendige
behoeften,neem,zooalsdateenheldbetaamt,eenschildknaapindienstenrijd
daninvredesnaamopnieuwopontmoetingenenavonturenuit.”
DonQuichotbeloofdedezenwelgemeendenraadstiptelijktezullenopvolgen,
enverklaardezichbereid,zijnewapenwakeopeenbinnenhofvandenburchtte
houden.
Zonderdralensleeptehijdaaropdestukkenzijnerwapenrustingnaarbuiten,
legdedieopdentrogvoordenwaterputenbegontoen,methetschildaanden
arm,delansindevuist,metdegrootstmogelijkedeftigheidenwaardigheid
daarvooropenneertestappen.
Hetwasonderwijlvrijlaatgewordenendedikkewaardhaasttezichalde
wonderlijkedingenvanridderslagenwapenwake,diehijvanDonQuichot
vernomenhad,aanzijnegastenindegelagkamerzooheetvandenroosterover
tevertellen.Demenschenliepennulachendnaarhetvensteren,daardemaan
helderscheen,zagenzijdaardengoedenDonQuichotparmantigeninvolle
glorievoorzijnewapensheenenweerkuieren.Nuendanbleefhij,opzijnelans
leunend,eenigeoogenblikkennadenkendstaan,keekzuchtendtotdemaanopen
begondanopnieuwzijneeentonigewandeling.
Nuschooteenmuilezeldrijveronderdegastenopeenstebinnen,dathijzijne
beestennogtedrinkenmoestgeven.Hijtraddusbuitenindenhofennaderde
denput,omdewapenstukkenvandentrogtenemen,daarhijandersnietbijhet
waterkonkomen.ZoodranuechterDonQuichotheminhetoogkreeg,stelde
dezezichdreigendinpostuurenkeekdenkomendegrimmigaan.
“Terug,vermetelridder!”riephij.“Wiegijookzijnmoogt,dieuzooroekeloos
verstoutdehandnaarmijnewapensuittesteken,hoedu,datgijniethetleven
laattotstraffevooruwdolzinningbestaan!”
Deezeldrijverstoordezichzooweinigaandiehoogdravendetaal,dathijdehem
indenwegliggendewapenszonderomstandighedenbijderiemenoppakteen
ze,’teenestukrechts,’tanderlinks,opdengrondsmeet.
ToenDonQuichotditzag,ontstakhijinhevigentoorn,verdraaidedeoogen,liet
zijnschildlos,greepmetbeidehandenzijnelansenlietdiemetzooveelgeweld
ophethoofdvandenarmenezeldrijverneervallen,datdezenhoorenenzien
vergingenhijdadelijkbewusteloosneerstortte.
Zonderverdernaardenoverwonnelingomtezien,raapteDonQuichotbedaard
zijnewapensweerop,legdezeandermaalopdentrogneerenzettezijne
wandelingmetalledeftigheidvoort.
Hetduurdeechternietlang,ofdaarkwameentweedeezeldrijverdievolstrekt
nietwistvanhetgeenmetzijnkameraadgebeurdwas,enontvingvanDon
Quichotdezelfdewaarschuwing,omzichopeenafstandtehouden.Daardeman
ditnunietdadelijkdeed,hiefdebedreigderidderandermaalzijnelansopen
brachtdenarmendrommel,dieheelnietwist,wathemoverkwam,eenpaarzoo
geweldigeslagenophethoofdtoe,dathetbloederbijneerstroomdeende
onnoozelesukkeljammerlijkbegonteschreeuwenentehuilen.Ditgeruchtdeed
denherbergierenzijnegastenverschrikttoeschietenenmetverbaasdheidzien,
watgebeurdwas.Entoenhijbemerkte,welkmachtiglegertegenhemin
aantochtwas,greepdewakkereriddernuzijnzwaardenriepuit:
“Nu,oDulcinea,koninginnevanmijnhart,nuishettijd,datgijuweoogenop
mijrichtenziet,welkvreeselijkenschrikbarendavontuurikhiertebestaan
heb.”
Dedreigendegebaren,waarmedeDonQuichotzijnewapenszwaaide,zijne
vlammendeblikkenenonmiskenbarevastberadenheidboezemdendenmenschen
zooveelontzagin,datzijterstondstaanblevenenzichnietnaderwaagden.Om
tochietstedoen,raaptenzijechtersteenenvandengrondopenbegonnen
daarmeeopveiligenafstandzulkeenhevigbombardement,datDonQuichot
zichdaarmetzijnschildonmogelijktegenkondekken.Hijontvingdusmenig
hardenbons,maarweekgeenvoetvandeplaats,daarhijlieverzijnlevendan
ookmaaréénenkelstukvanzijnewapenrustingwildeverliezen.
Deherbergier,diemedelijdenmetdenarmenheldbegontekrijgen,trad
eindelijkalsbemiddelaaropenzochtdeaanvallerstotbedarentebrengendoor
hunteherinneren,datDonQuichotnietrechtwijswas,wathijhunvroegerook
alhadgezegd.Zijnedringendetoespraakendesriddersernstigebedreiging,dat
hijdeneennadenanderdenschedelzouklooven,haddeneindelijktengevolge,
datmendenbontenblauwgesteenigdenheldverdermetrustliet.Dezegafnu
dendeerlijkgekwetstenezeldrijvervrijheid,omzijnsweegstegaan,vattede
lansweeropenzettezijnewandelingvoort,alsoferhoegenaamdnietswas
voorgevallen.
Onderwijlbegreepdewaard,dathetnutijdwerd,aandegrapvoorgoedeen
eindetemaken,enbeslootdusonzenheldhaftigenvriendmaarterstondzonder
verderuitsteltotridderteslaan.
“Hoogedeleheer,”sprakhijopeerbiedigentoon,“gijhebtthanstenvolleuw
plichtvervuldendoordeheldhaftigeverdediginguwerwapensuwe
bovenmenschelijkedapperheiddoenblijken.Ikachthetdusnietnoodig,datgij
hiertotdenmorgenstaanblijft,maarrekenmijverplicht,unudadelijkhier
onderdenblootenhemeldenridderslagtegeven.”
Doordezenederigetoespraak,waarineenzoohoogelofvoorhemlag
opgesloten,nietweiniggestreeld,toondeDonQuichotzichdanookterstond
bereiddenslagteontvangen;enomaandezaakdebehoorlijkeplechtigheidbij
tezetten,haasttedeherbergierzichdebeideganzenmeideneneenkeukenjongen
tehalen,omeralsgetuigenbijtedienen.Hieropbevalhijdengekkenridder,
neerteknielen,vroeghemzijnzwaardenbrachthemdaarmeetweezoo
duchtigeslagenopdeschouderstoe,datiederanderdanonzestandvastigeheld
hetdaarbijvanpijnzouuitgeschreeuwdhebben.Dedikkewaardhieldhierop
eenekortetoespraak,bevaltoenaandemeiden,welkeDonQuichotnogaltijd
voorvoorname,schoonejonkvrouwenhield,hemzwaardensporenaante
gespen,enverklaarde,datdeceremoniehiermeenaareischwasafgeloopen.
Denieuwbakkenridderdanktealledrie,denslotvoogdendedames,voorhunne
liefdediensten,hunnegunstengenade,engingvervolgensindenstal,om
Rocinantetezadelenenbuitentebrengen.Hijkonnamelijknietbesluitenden
ganschennachtindeherbergdoortebrengen.Dedorstnaaravonturenen
ridderlijkedadendreefhemvoort;endewaard,maarblij,dathijhem
kwijtraakte,liethemtrekken,zonderzelfsvoordehuisvestingendeellendige
stokvischbetalingvanhemtevergen.
DeRidderslag.
DeRidderslag.
HoofdstukIV.
Waarinbraafgerostengeranseldwordt.
Demorgenbegonjuistteschemeren,toenDonQuichotdeherbergverlieten
welgemoedzijntochtvervolgde.Zijneopgewondenverbeeldingspiegeldehem
reedsallerleigrootscheenongehoordewapenfeitenvoor,toenhemopeensde
goederaadinviel,diendewaardhemhadmeegegeven,teweten,omzichvooral
vangeld,schoonlinneneneenschildknaaptevoorzien.Ditdeedhemdus
besluitennaarzijnewoonplaatsterugtekeerenenRocinantedenwegtedoen
inslaannaarhetdorp,waarhijhetlevenslichtaanschouwdhad.Hetpaardscheen
zijnvoornementebegrijpenennogmeerdanhijnaardenbekendenstalte
verlangen.Hetdraafdelustigvoortenscheenmetzijnehoevennauwelijksde
aardeteraken.
OpeenstrokDonQuichotdeteugelsaanenluisterde.Eenklagendgekerm
dronghemuiteendichtkreupelboschindeooren,enterstondstuurdehijzijn
paardopdeplaats,vanwaardatgeluidkwam,aan.Hijwasnauwelijksvijftig
passenver,toenhijeenevastgebondenmerrieendaardichtbijeenongeveer
veertienjarigenknaapontdekte,welkedieklagendetonenuitstiet.Dejongenwas
aaneenboomvastgebondenenzijnbovenlichaamtotaandeheupenontbloot.
Eenstevigeboerstondachterhem,ranseldedenschreeuwendenknaapmeteen
diktouwongenadigafendeedopiederenslagdevermaningvolgen:“Mond
open,oogentoe,mijnjongen!”
DonQuichotshartzwolvantoornenverontwaardiging,terwijlhijdenboermet
donderendestemtoevoegde:“Gijzijteenschandelijkeneerloosridder,daargij
uzooaaneenweerloozevergrijpendurft!Laathemlos,bestijguwstrijdrosen
grijpuwelans,opdatwijelkaarskrachtenbeproeven;wantikzweeruenwilu
bewijzen,datuwehandelwijzedeergstelafhartigheidverraadt.”
Bijhethoorenvandedreigendestemen’tzienvandengeharnastenridder,die
metgeveldelansophemtoekwam,hielddeboerzichreedsvooreenmandes