Tải bản đầy đủ (.pdf) (126 trang)

Een midzomernachtdroom

Bạn đang xem bản rút gọn của tài liệu. Xem và tải ngay bản đầy đủ của tài liệu tại đây (491.78 KB, 126 trang )

TheProjectGutenbergEBookofEenMidzomernachtdroom,byWilliamShakespeare

ThiseBookisfortheuseofanyoneanywhereatnocostandwith
almostnorestrictionswhatsoever.Youmaycopyit,giveitawayor
re-useitunderthetermsoftheProjectGutenbergLicenseincluded
withthiseBookoronlineatwww.gutenberg.org

Title:EenMidzomernachtdroom

Author:WilliamShakespeare

Translator:Dr.L.A.J.Burgersdijk

ReleaseDate:January30,2010[EBook#31126]

Language:Dutch

***STARTOFTHISPROJECTGUTENBERGEBOOKEENMIDZOMERNACHTDROOM***

ProducedbyJeroenHellingmanandtheOnlineDistributed
ProofreadingTeamat />

EenMidzomernachtdroom.
Personen:
THESEUS,hertogvanAthene.
HIPPOLYTA,koninginderAmazonen,verloofdmetTheseus.
EGEUS,vadervanHermia.
HERMIA,dochtervanEgeus,verliefdopLysander.
MinnaarsvanHermia.
LYSANDER,
DEMETRIUS.


HELENA,verliefdopDemetrius.
PHILOSTRATUS,bestuurderderhoffeesten.
DISSEL,eentimmerman.
SCHAAF,eenschrijnwerker.
SPOEL,eenwever.
WIND,eenblaasbalgmaker.
TUIT,eenketellapper.
SLOKKER,eensnijder.
OBERON,dekoningderElfen.
TITANIA,dekoninginderElfen.
PUCK,eenkabouter,Oberonsdienaar.
Elfen.
ERWTEBLOESEM,
SPINRAG,
MOT,
MOSTERDZAAD.
AndereElfen,inhetGevolgvanhunkoningenkoningin.
GevolgvanTheseusenHippolyta.


HettooneelisteAtheneenineennabijgelegenwoud.


EersteBedrijf.

EersteTooneel.
A t h e n e .EenZaalinhetpaleisvanTheseus.
THESEUS,HIPPOLYTA,PHILOSTRATUSenGevolgkomenop.
Theseus.
Thanskomt,Hippolyta,onshuwlijksuur

Metspoednabij.Vierblijdedagenbrengen
Eennieuwemaan;maaro!wattalmtdieoude
Metaftenemen!Watikvurigwensch
Vertraagtze,dralendalseenweduwdoet,
Dievanhaarstiefzoonsrenten’tlevenrekt.
Hippolyta.
Vierdagen,zijverzinkensnelinnacht;
Viernachten,zijverdroomensneldentijd;
Danwordtopnieuwdezilvrenboogdermaan
Gespannenaandenhemel,enbeschouwt


Denachtvanonsfestijn.12
Theseus.
Denachtvanonsfestijn.Philostratus,
Ga,wekAthene’sjeugdtotblijgejuich;
Roepopdenvluggen,dartlengeestdervreugd;
Verbanzwaarmoedigheidnaar’thuisvanrouw;
Diebleekegastpastnietbijonzentrouw.—
(PHILOSTRATUSaf.)
Hippolyta,ikvroegumetmijnzwaard,
Enwonuwliefdedooruleedtedoen;
Maarwiluhuwenopeenandrewijs,
Metprachtenpraalenblijdefeestlijkheid.
(EGEUS,HERMIA,LYSANDERenDEMETRIUSkomenop.)
Egeus.
HeilTheseus,onzengrootenhertogheil!
Theseus.
Dank,Egeus,dank!—Gijwiltietsvragen?Spreek!
Egeus.

Volleedgevoelverschijnikenverklaag
Mijnkindhier,mijnedochterHermia.
Treêvoor,Demetrius.—MijneedleHeer,
Aandezenmanbeloofdeikharehand;—
Treêvoor,Lysander;—en,genadigvorst,
Hierdezeheeftmijndochtershartbetooverd;—
Gij,gij,Lysander,schonkthaarteedrerijmpjes,
Gijruildetminnepandenmetmijnkind,
Zongtaanhaarvenstervaakbijmaneschijn,
Metvalschestem,eenliedvanvalschemin,
Enprenttethaartersluikuwbeeldin’tbrein
Doorringen,wissewasjes,vlokjeshaar,


Doorspeeltuig,tuiltjes,lekkernijen,—boden
Vanveelgewichtbijdeonervarenjeugd;
Doorlisthebtgijmijndochtershartgekaapt,
Devolgzaamheid,diezijmijschuldigis,
Inwreevlekoppigheidverkeerd.—Mijnvorst,
Wanneerzijthansnietvooruwtroonbelooft
Inde’echttetredenmetDemetrius,
Danvraagik,krachtens’toudeAtheenscherecht,
Volstrektemachtophaar,mijneigendom;
Zijkieze:enneem’deez’mantotechtgenoot,
Oflijd’dedoodstraf,dienaaronzewet
Inditgevalonmidlijkvolgenmag.
Theseus.
Watzegtgij,Hermia?weeswijs,schoonkind;46
Uwvadermoetugeldenvooreengod,
Dieuweschoonheidschiep;vooriemand,wien

Gijslechtseenbeeldvanwaszijt,datdoorhem
Gevormdisendathijbewarenkan,
Maardathijookdemachtheeftteverbreken.
Demetriusistocheenwaardigman.
Hermia.
Lysanderishetook.
Theseus.
Lysanderishetook.Ja,opzichzelf;
Maarhier,nuhijuwsvadersstemnietheeft,
Isdeanderheminwaardigheidvooruit.
Hermia.
O,waar’’tmijnoog,waarmeêmijnvaderkoos!
Theseus.
Wierdeerùwoogdoorzijnekeusgeleid!


Hermia.
Iksmeekuomverschooning,edelvorst;
Ikweetniet,watdekracht,denmoedmijgeeft,
Nochofhetaaneenzedigmeisjepast,
Datikinzulkeenhoogenkringmijuit;
Maartoch,ikwaag’t,mijnvorst,devraagtedoen:
Watishetergste,datmijtreffenkan,
AlsikDemetriusmijnhandontzeg?
Theseus.
Ziehieruwkeus:gijsterftdendood,ofzweert
’tVerkeermetmannenvooruwlevenaf.
Dus,schooneHermia,beproefuzelf;
Denkaanuwjeugdigbloed;steludevraag,
Of,—alsgeuwsvaderswenschenwederstreeft,—

Gijookdernonnendrachtverdurenkunt,
En,steedsin’tsombrekloosteringesperd,
Alskuischezusterlevenslangdenlof
Derkoudemaanmetmatteliedrenzingen!
Driewerfgelukkig,wien’tbetoomdebloed
Aldusdeslevenspelgrimstochtvergunt;
Doch’troosje,datzijngeurgenietendoet,
Leeftzoeterleven,dandatopzijnstruik
Groeit,leeftensterftinheiligeeenzaamheid.
Hermia.
Zoowilikgroeien,leven,sterven,Heer,
Eerdatmijnmaagdeblosdeheerschappij
Erkenn’vanhem,wiensopgedrongenjuk
Mijnzielversmaadtennooitaanvaardenzal.
Theseus.
Bedenkunog;—bijdeeerstenieuwemaan,—
Dendag,dietusschenmijngeliefdeenmij
Deneeuw’genbandvantrouwbezeeglenzal,—
Weesdanbereidtestervenopdiendag,


Wijlgijdenwiluwsvadersnietwiltdoen;
Ofdoedien,reikDemetriusdehand;
Ofwel,Diana’souterhooreuweed
Vanstrengeneenzaamlevenvooraltoos.90
Demetrius.
Word,Hermia,verzacht!—Lysander,geef
Voormijngoedrechtuwkrachtloozeaanspraakop!
Lysander.
Gijhebthaarsvadersgunst,Demetrius;

TrouwdusmethemenlaatmijHermia.
Egeus.
’tIswaar,gijspotter,hijbezitmijngunst;
Enalhetmijneschenktmijngunstaanhem;
Ookzijismijn,enalmijnrechtophaar
VerleentmijngunstnuaanDemetrius.
Lysander.
’kBen,Heer,vanevenedelbloedalshij;
Nietminderrijk;mijnliefdeisgrooterzelfs;
Zooweegtmijnrang,mijnstand,kortommijnstaat
Denzijnenop,ofoverweegtdiennog;
En,—watnogmeerdanalditroemengeldt,—
MijschonkdeschooneHermiahaarmin;
Waaromduszouikopmijnrechtnietstaan?
Demetrius,—ikzeg’themin’tgezicht,—
HeeftNedarsdochter,schooneHelena,
Hethofgemaakt;hetmeisjekreeghemlief,
Heminniglief,jameer,afgodischlief,
Hem,dezenvalschen,wisselziekenman.
Theseus.
’kErken,datik’tvernam,en’kwasvanzins
Demetriushieroveraantespreken;


Maareigenzakenboeidenmijtezeer,
Hetismeontgaan.—Maarkom,Demetrius,
EnEgeusook;ikwiluonderons
Eenszeggen,watikdenkvandezezaak.—
Gij,schooneHermia,houdubereid
Uwhoofdtebuigenvooruwsvaderswil;

WantanderseischtAthene’swet,—doorons
In’tminstnietteverzwakken,—uwendood,
Ofdoemtutotdenongehuwdenstaat.—
Hippolyta,hoeis’t,mijnlievebruid?—
Komt,EgeusenDemetrius,wijgaan;
Ikhebunoodigvooronshuwlijksfeest,
Maardeelheteenenanderbovendien
Umeê,datvannabijuzelfbetreft.
Egeus.
Wijvolgenu,naarplichteneigenwensch.
(THESEUS,HIPPOLYTA,EGEUS,DEMETRIUSenGevolgaf.)
Lysander.
Hoeis’t,mijnlief,hoezietuwwangzoobleek?
Hoezijnderozenerzoosnelverwelkt?
Hermia.
Wellichtwijlregenhaarontbreekt,ofschoon
Mijnoogenrijkgenoegintranenzijn.
Lysander.
Weemij;naaralleswatiklasenooit
Uitsagenofgeschiedenisvernam,
Vlootnooitdestroomvanwareliefdezacht;
Nùwaszijteverschillenddoorgeboort’,—
Hermia.
Oramp!voorneedrigdienenaltehoog!136


Lysander.
Danweer,watleeftijdaangaat,slechtgeënt,—
Hermia.
Ohoon!teoudvooreenverbondmetjeugd!

Lysander.
Danhingzijvandekeusvanvriendenaf,—
Hermia.
Ohel!tekiezenmeteensandersoog!
Lysander.
Of,wasookzielmetzielaaneengesmeed,
Danheefthaarziekte,krijgofdoodbelaagd,
Voorbijgaand,vluchtigalseenklankdoenzijn,
Kortalseendroombeeld,ijdelalseenschim,
Snelalshetweerlichtinkoolzwartenacht,
Datplotslingaardeenhemelopenbaart,
Maar,eereenmenschnogzeggenkan:“hetlicht!”
Weerdoordeduisternisverslondenwordt;
Zoosnelverdwijnthetschoonstenschitt’rendstheil.
Hermia.
Alsleeddusaltijdtrouweliefdetrof,
Zooblijkthet,dathetnoodlotditbesloot,
Endanleer’debeproevingonsgeduld,
Wijlimmerbijdeliefdeleedbehoort,
Zooalsookmijmren,droomen,wenschen,zuchten
Entranenvastemintrawantenzijn.
Lysander.
Eenjuistbesluit.Dushoornu,Hermia;
Ikhebeenmoei,dieweduweis:zijwoont
OpzevenmijlenafstandsvanAthene;
Zijisvangrootvermogen,kinderloos,


Enzijbeschouwtmijalshaar’een’genzoon.
Daarhuwiku,mijnlieveHermia,

EndaarheenkandefelleAtheenschewet
Onsnietvervolgen.Dus,hebtgijmijlief,
Sluipmorgennachtdanuituwsvadershuis;
Eninhetwoud,eenuurtjevandestad,—
Waariku’sochtendseensmetHelena
TervieringvanhetMeifeesthebontmoet,—
Daarzalikopuwachten.
Hermia.
Daarzalikopuwachten.MijnLysander!
IkzweerubijCupido’sstrafstenboog,
Enfelsteschichtmetgoudenpunt,bijdeonschuld
Van’tduivenspan,datVenus’wagentrekt,
Bijalwathartenbindtenliefdewekt,
Enbijdevlam,waarDidozichdendood
Doorbracht,toendeTrojaanhaarvalschontvlood,
Bijalledeeeden,diedemanooitbrak,
Inaantalmeerdandiedevrouwooitsprak;
Gijtreftterplaatse,diegijhebtbedacht,
Mijwaarlijkmorgenaantemiddernacht.
Lysander.
Houd,liefste,woord!—Zie,daarkomtHelena.179
(HELENAkomtop.)
Hermia.
Weeswelkom,schooneHelena!Waarheen?
Helena.
Gijnoemtmijschoon?Herroepdat“schoon”toch.Neen,
SchoonnoemtDemetriusu;hemisuwschoon,
Uwoogeenleidstèr,uwerstemmetoon
Veelzoeterdandenherder’sleeuwrikslied,
Als’tkorengroent,derooz’laarbloesemsschiet.



Hoemeen’geziekte,dielichtoverslaat!
Waar’tzoometschoon,ikeigendeuwgelaat,
Mijnoogstaluwenblik,mijnoorverslond
Uwzoetgeluidenleerde’taanmijnmond.
Waar’deaardemijn,ikkoosDemetriusuit,
Enlietdangaarneaanuderesttenbuit.
O,leermeuwblik;ozeg,wattooverkracht
Schonkopzijnharteklopuzulkeenmacht?
Hermia.
Ikfronshetvoorhoofd,tochzoekthijmijngunst.
Helena.
Leerdeuwgefronsmijnglimlachzulkeenkunst!
Hermia.
Doorbitsewoordenblaasik’tvuurnogaan.
Helena.
Deedmijngevleibijhemdievlamontstaan!
Hermia.
Hoemeerikhaat,tevuur’germinthijmij.
Helena.
Hoemeerikmin,tefellerhaathijmij!
Hermia.
’kHebaanzijndwaasheid,Helena,geenschuld.
Helena.
Neen,maaruwschoonheidwel;hadikdieschuld!
Hermia.
Ontvangalstroost,dathijmijnooitmeerziet,
DaarikvanhiermetmijnLysandervlied.—



O,vóórdentijd,datikLysanderzag,
WasmijAtheneeenParadijs;maar,ach!
Sindszijnbetoovringmijngemoedregeert,
Heeftdiedenhemelineenhelverkeerd!
Lysander.
Onsplanzij,Helena,utoevertrouwd,
AlsmorgennachtzichPhoebeweerbeschouwt,
Haarzilvrenaanschijnspieglendindenvliet,
Dauwdruppelsspreidendovergrasenriet,
Enduisternisdevluchtverbergenzal,
VerlatenwijtersluikAthene’swal.
Hermia.
Enopdatbloemrijkplekjevanhetwoud,
Waargijenikzoovaakinzoetenkout
Neêrlagenenonshartuitstortten,dáár
Ontmoetennumijnliefenikelkaar;
Wijzoeken,nuAtheneonszooverbant,
Onsnieuwevriendeninhetvreemdeland.
Vriendin,vaarwel!Zendonsuwheilbeêna;
Schenkeu’tgelukDemetriusalsgâ!—
Houdwoord,Lysander!Ach,onsoogversmacht
Naarliefdestroost,—maar’tmoet,—totmorgennacht!223
Lysander.
Vertrouwopmij.(HERMIAaf.)—’tGa,Helena,ugoed:
Drawordeùwmindoorwederminbegroet!
(LYSANDERaf.)
Helena.
Watoogsttochdeeeneliefde,deandrehoon!
WijgeldeninAthenealsevenschoon;

Wathelptdit,vindtDemetriushetniet?
Diewilnietzien,watiederanderziet;
Enishijdwaas,alshijvoorHermiagloeit,


’kBenevendwaas,alsmijzijnaanblikboeit.
Zelfsaanwatleelijkennietswaardigis,
Leentliefdeschoonheidenbeteekenis.
Zijzietnietmethetoog,maarmethethart,
Vandaariszeinhaaroordeelvaakverward,
EndaaromheetdeGodderliefdeblind,
Eniszijnbeeltniseengevleugeldkind,
Datonbesuisd,nietziende,in’twildevliegt
Eninzijnkeuszoodikwijlszichbedriegt.
Zooalsbij’tspeleenknaapgeeneedontziet,
OntzietdesnoodsdeLiefdeeenmeineedniet:
EerHermiaDemetriusontstak,
Werdeedopeed,alshagelslagop’tdak,
Aanmijgedaan;diehagel,ach!verdween
Envloeideweg,toenhààrzonhembescheen.—
IkmeldhemfluksdevluchtvanHermia,
Danijlthijmorgennachtin’twoudhaarna;
O,dathijvoor’tberichtmijdankbewijz’!
Ditwenschik,dochikkoop’tvoorhoogenprijs.
Maar’tsmartlijkheilisnietteduurgekocht,
Alsikhemvolgenzieopzijnentocht.
(HELENAaf.)

TweedeTooneel.
A l d a a r . In’thuisvanDISSEL.

DISSEL,SCHAAF,SPOEL,WIND,TUITenSLOKKERkomenop.
Dissel.
Isonsheelegezelschapnubijmekâar?


Spoel.
Jezoudthetbestdoen,alsjezeallenineensopriept,manvoorman,zooalszij
opdeceêlstaan.
Dissel.
Hierhebikhetlijstjevaniedersnaam,dieinheelAthenevoorbekwaam
gehoudenwordtomtespeleninonstusschenspelvoordenhertogendehertogin
opzijntrouwdagindenavond.
Spoel.
Zegnueerst,goedePieterDissel,waarhetstukoverloopt;leesdandenamen
vandespelersenkomzooaanhetbegin.
Dissel.
Komaandan,onsstukis:dezeerjammerlijkecomedieenzeerdroevigedood
vanPyramusenThisby.
Spoel.
Eenmooistukwerk,datverzekerikje,eneengrappigook!—Kom,goedePieter
Dissel,roepnudespelersop,bij’tlijstjeaf.—Mannen,watuitmekâar,opeen
rij!17
Dissel.
Geeftantwoord,alsikjeopnoem.—KlaasSpoel,dewever!
Spoel.
Hier.Zegnu,welkerolikheb,engadanvoort.
Dissel.
Jij,KlaasSpoel,staathiervoorPyramus.
Spoel.



WatisPyramus?eenminnaarofeentyran?
Dissel.
Eenverliefdminnaar,diezijneigenuitverliefdheiddapperdoodsteekt.
Spoel.
Datzaleentraanofettelijkkosten,alshetnatuurlijkgespeeldwordt.Alsikhet
doe,latendetoeschouwersdanhunzakdoekenklaarhouden;ikzalstroomen
latenvergieten;ikzalaandoenlijkwezen,dathetliefhebberijis.—Nude
volgenden;—maartoch,ikhebhetmeestesjenievooreentyran;ikzouErkles
prachtigkunnenspelen,ofeengrimmigerol,diealleskortenkleinslaat:
“Derouwerots
Bonstmeteenbots
Ensleurtdesslots
Gevangnisom;
MaarPhibbus’kar,
Diestraaltalsstar,
Werptindewar
Dendollendrom.”
Datgingdaarverheven;—Ganuvoortmetdenamenvandespelers!—Datis
zoodemaniervoorErkles,demaniervooreentyran;eenminnaarvaltmeerin’t
aandoenlijke.
Dissel.
WouterWind,deblaasbalkmaker!
Wind.
Hier,PieterDissel!
Dissel.
JijmoetThisbyopjenemen.


Wind.

WatisThisby?eendolendridder?
Dissel.
Neen,datisdejuffer,waarPyramusopverliefdmoetzijn.
Wind.
Neenmaar,watweêrga,jemoetmenietvoorvrouwlatenspelen;mijnbaard
komtalmooiuit.
Dissel.
Datdoeterniettoe;jekunteenmomgezichtvoordoenenjemoogteen
stemmetjegebruiken,zoofijnalsjemaarwilt.52
Spoel.
Alsikmijngezichtmagwegstoppen,laatmijdanòòkvoorThisbyspelen;ikzal
eenverschrikkelijkfijnstemmetjeopzetten:—“Thisne,Thisne!”—“OPyramus,
omijzoodier!ziehieruwThisby,uzoodier,uwbruidzoodier!”
Dissel.
Neen,neen,jijmoetvoorPyramusspelen,enjij,Wind,voorThisby.
Spoel.
Goed,gavoort.
Dissel.
StevenSlokker,desnijder!
Slokker.
Hier,PieterDissel!


Dissel.
StevenSlokker,jijmoetvoorThisby’smoederspelen.—JanTuit,deketellapper!
Tuit.
Hier,PieterDissel!
Dissel.
JijvoorPyramus’vader;ikzelfvoorThisby’svader.—Schaaf,deschrijnwerker,
jijhebtderolvandenLeeuw;ennu,hoopik,zijnweklaarmetderollen.

Schaaf.
HebjederolvandenLeeuwookoppapier?Ochtoe,hebjeze,geefzemijdan,
wantikbenzoohardleersch.
Dissel.
Jekunthetwelzoovoordevuistdoen,wanthetisnietsalsbrullen.
Spoel.
GeefmijderolvandenLeeuwook!Ikzalbrullen,dathetiedershartgoedzal
doenmijtehooren;brullenzalik,datdehertogzalzeggen:“nogereisbrullen!
nogereisbrullen!”
Dissel.
Alsjehetaltevreeselijkdeedt,zoujedehertoginendedameslatenschrikken,
datzeaanhetgillenraakten;endatzougenoegwezenomonsallemaalaande
galgtebrengen.
Allen.
Ja,datbrachtonsaandegalg,allemaal,zooalswehierzijn!
Spoel.


Ikmoetookzeggen,vrienden,dat,alswededameszoodedenschrikken,datze
buiten-d’r-zelfraakten,zed’rnietopzoudenzien,alswegehangenwerden;
maarikzalm’nstemzoo’nforciegeven,datikjezoozachtzalbrullenalshet
liefstezuigduifje;ikzaljebrullen,alsofjeeennachtegaalhoorde.
Dissel.
Neen,jijkuntgeenandererolhebbenalsPyramus;wantPyramusiseenman
metgladdewangen;eenmanzoonetalsjeermaareenopeenzomerschen
achtermiddagtezienkrijgt,eenheelfatsoenlijk,eenheerachtigman;daarom,jij
moetvolstrektPyramusspelen.
Spoel.
Nu,ikneemhetaan.Inwatvoorbaardzouikhemhetbestspelen?
Dissel.

Wel,zooalsgezelfverkiest.94
Spoel.
Ikwilhemjegevenineenstroogelenbaard,ofineenoranjebruinenbaard,in
eenkarmezijnroodenbaard,ofineenFransch-kroongelenbaard,zoomooi
hooggeel.
Dissel.
ErzijnFranschengenoegmeteengeheelkalekruin,enzoozoujeookwel
zonderbaardkunnenspelen.—Maar,mannen,hierzijnjerollen;ikdringbijje
aanenbidenverlang,datjezemorgenavondvanbuitenkent;endatjeinhet
boschvanhetpaleisdanbijmekomt,eenmijlvandestad,bijmaanlicht;daar
zullenwerippeteeren;want,komenwijindestadbijmekaâr,dankrijgenzehet
indenneus,endankrijgenwetoehoorders,endanwasonsplanbekend.Ikzal
indentusschentijdeenlijstmakenvandebenoodigdhedens,dieervooronsstuk
nietzijn.Nu,mannen,ikverzoekje,laatmenietindensteek!
Spoel.


Wezullenmakendatweerzijn,endaarkunnenwijin’tgeniepenvrijmoedig
onzerippetitiehouden.Doetjebestmaarenkentdenboel!Atjé!
Dissel.
Bijdenhertogseikdan,daarkomenwebijmekaâr.
Spoel.
Jagoed;pastopertewezenofhetzalerspannen!
(Allenaf.)


TweedeBedrijf.

EersteTooneel.
EenwoudbijA t h e n e .

ElfeenPUCKkomenop,vanverschillendenkant.
Puck.
Zeg,geest,waarheen?waarzwerftgijheen?
Elf.
Overbergenvallei,
Overheg,overmuur,
Doorhetpark,doordewei,
Doorrivierendoorvuur,
Zwerfikrondmetelfenspoed,
Vluggerdandemaanboldoet,
Dienmijnkoningin,enhoud
Frischhaarplekjesinhetwoud;
Primula’s,haareerewacht,


Zijnop’tgoudenkleedbevracht
Metrobijnen,elvengaven,
Diedeluchtmetgeurenlaven;
Ikmoetomdruppelsdauwditveldhierdoor,
Hangelkebloemeenpaarliniederoor.
Vaarwel,gijplompegeest,wantikmoetgaan,
Drakomtmijnkoninginmetdeelfenaan.
Puck.
Dekoningvierteenfeesthierdezenacht;
Hijmoetdekoninginnietzien;geefacht!
WantOberoniszeergekrenktenboos,
Wijlzijeenlieflijkkindalsdienaarkoos,
InIndiëgeroofd,eenkoningszoon;
Nooithadzeinhaargevolgeenknaap,zooschoon;
NaijvrigvorderdeOberonditkind,

Opdathethemdoor’twouddepadenvind’;
Zijweigerthemhetlievewichtenvlecht
Erkransenvoor,isteêreraangehecht;
Enwaarhijnubij’tsterrenlichthaarziet,
Inveldofbosch,ofaaneenheldrenvliet,
Daarvolgteentwist,dieheelhunelfenstoet
Verschriktineikelnapjesschuilendoet.31
Elf.
Erkenikwèluwwijsvandoen,uwleest,
Danzijtgewisdiesluwe,plaagschegeest,
’tKaboutertje,datboerenmeisjeskwelt,
Haarmelkontroomtendeerlijkhaarontstelt,
Deboerenvrouwsomsplaagtenboot’renlaat,
Enbuitenademkarnen,zonderbaat;
Nù’tbiernietgistenlaat,dànindenacht
Denzwerverdolendoet,zijnleedbelacht?
Maardieuvleiendnoemen“lievePuck”,
Diehelptgein’twerkenbrengthunsteedsgeluk;
Diezijtge,naarikdenk?


Puck.
Diezijtge,naarikdenk?Ja,juistgedacht;
Ikbendiesnaakschezwervervandenacht,
DieOberonvaaklustiglachendoet,
Alsikeenhengst,vanboonenweldoorvoed,
Bedrieglijktoebrieschalseenmerriepaard;
Ofopeenoudevrijsters-krans,bedaard,
In’tglasmijhoudalseenmorel,maarnauw
Brengtéénmijaandenmond,ofikbedauw

Alspartlendde’oudenboezemmethetnat.
Somskraamteenoudemoeieengrootenschat
Vanwijsheiduit,houdtvooreendriestalmij,
Enwilgaanzitten,maarikspringopzij,
En,plomp!daarligtze,hoest,roeptmoordenbrand,
Enheeldekring,dieeerstnogindehand
Wouproesten,giertvan’tlachen,enroeptuit:
“Datwasdaarvandepreekeenmooibesluit!”—
Maar,elfje,daarkomtOberon!Opzij!
Elf.
Enhiermijnmeesteres!—Owaar’’tvoorbij!59
(VandeeenezijdekomtOBERONMETZIJNGEVOLG,VANDEANDERETITANIAmet
haarGevolgop.)
Oberon.
Geenvriendlijkmaanlicht,trotschekoningin!
Titania.
Wat,ijverzuchtigeOberon!—Wijgaan;
Komt,elfen,vlug;ikzwoerzijnomgangaf.
Oberon.
Toef,kreeglevrouw!Beniknietuwgemaal?
Titania.


Ja,danbenikuwvrouwtoch!—Maarikweet,
Hoegijeenswegslooptuithetelfenland,
Endagenlang,alsCorydonvermomd,
VoorPhyllida,datminziekkind,op’triet
Uwminnewijsjesspeeldet.Waaromijlt
Gijvan’tgebergtvanIndiëhierheen,
Zooniet,omdatdieklossendeAmazoon,

Uwhooggelaarsdeschoone,uwstrijdbaarlief,
MetTheseusindenechttreedt,engijthans
Hunspondeheilenvoorspoedschenkenwilt?
Oberon.
Hoekuntgijzonderblos,Titania,
MijheeklenmetHippolyta,bewust,
Datikwelweet,hoezeergijTheseusmint?
Waartgijzijngidsniet,toenhijindenacht
VandeeerstgeschaaktePerigunavlood?
Omwienverbrakhijde’eedvantrouwaanAegle,
AanAriadneenAntiopa?
Titania.
Datzijnverdichtselsvanuwijverzucht;
Reedssindsverledenzomertroftgemij
Nooitmeeropberg,indal,inweideofbosch,
Aan’tkiezligbeekjeofaan’trietrijkmeer,
Ofaanhetstrandderzeemeeraan,alswij
Eenreidanshieldenbijhetwindgefluit,
Ofuwgetwistheeftonsgenotverstoord.
Dieszoogdewind,dienutloosvooronsfloot,
Alwaar’’tuitwraaklust,uitdezeeeenheer
Vanboozedampen,dat,op’tlandverbreid,
Elknietigstroompjezwellendeedvantrots,
Zoodathetbruisenduitzijnbeddingbrak;
Diesdroegookdeoszijnjuknutevergeefs,
Deploegerzwoegdeomniet,en’tgroenegraan
Verrotte,aleerzijnjeugdeenbaardbekwam;
Leêgstaatdeschaapskooiop’tverdronkenland,



Enkraaiensmullenaan’tbezwekenvee;
Dekegelbaanisopgevuldmetslijk;
Dekronkelpaadjeszijnin’tweeldriggroen
Onkenbaar,omdatniemandzebetreedt;
Diesderfthetmenschdomthansdeswinterslust,
Enmakenliednochkoorzangde’avondkort;
Diesheeftdemaan,die’twaatrenrijkgebiedt,
Vantorenbleek,deluchtvandampvervuld,
Zoodatdekilheidtalvanziektenkweekt;—
Ziet,onsverstoordzijnheeftdenloopverstoord
Derjaargetijden;witberijptevorst
Valtindenschootderteedrelenteroos;
Denoudenwinterwordtop’tgladdehoofd
Alswaar’’tvoorspot,eengeur’gekransgedrukt
Vanfrisschezomerknoppen;lente,zomer,
Degulleherfst,destuurschewinterruilden
Vankleed;dewereld,ganschverbijsterd,kent
Hen,zelfsaanbloemenvrucht,nietuitelkaâr;114
Enheeldiesleepvanplagenkomtalleen
Vanonzeoneenigheid,vanonzentwist;
Wijhebbendienverwekt,dienvoortgebracht.
Oberon.
Brenggijdanhulp;hetligtaanu;waarom
WeerstreeftTitaniahaarOberon?
Ikvraagalleeneenkind,datgijbezit,
Mijtoteenedelknaap.
Titania.
Mijtoteenedelknaap.Vermoeiuniet,
Heel’telfenlandkooptdatkindmijnietaf.
Zijnmoederhadzichaanmijndienstgewijd,

EnzatinIndië’szoetdoorgeurdelucht
Vaakganschenachtenkeuvlendaanmijnzij
Op’tblankestrandderzee;wijsloegendan
Dehandelsschepen,dieerzeilden,gâ;
Hoelachtenwij,bij’tbollenvanhetzeil


Tài liệu bạn tìm kiếm đã sẵn sàng tải về

Tải bản đầy đủ ngay
×